De Hollandse Herdershond is er in drie variëteiten, de kort-, lang en ruwhaar. Het is een middelgrote, middelzware hond; de reuen worden 57-62 cm en de teven 55-60 cm hoog. Het gewicht van de reu is ca. 28 kg en van een teef ca. 23 kg. De kleuren variëren van zilver- tot goudgestroomd.
Het is een oud landras, van Nederlandse oorsprong. In vroegere eeuwen had men op het platteland, bij de herders en de boeren, een veelzijdige hond nodig. Een manusje van alles, die weinig eisen stelde en aangepast was aan het harde en karige bestaan van die tijd. Uit die generaties is uiteindelijk de
Hollandse Herdershond ontstaan, zoals wij die nu nog kennen. Deze achtergrond verklaart de oorsprong van de karaktereigenschappen, die tot de dag van vandaag vrijwel dezelfde gebleven zijn.
Een niet zo bekende hond en dat is hij ook nooit echt geweest. Menig trotse eigenaar die met zijn pup over straat loopt zal moeten vertellen aan een toevallige voorbijganger welk ras hij aan het riempje heeft.
Vooral als het een jonge langhaar betreft kunnen kinderen heel onschuldig vragen “Is dat een wolf of een hyena?”. Een bekende kynoloog schreef al in 1910 over de Hollandse herder: . & ..het meest in uiterlijk den wolf nabijkomend.. Dit klopt natuurlijk niet helemaal, maar er is wel een ander aspect waaruit blijkt dat de Hollander wel degelijk nog trekjes heeft van zijn wilde voorvader.
Door zijn karaktereigenschappen heeft hij een consequente opvoeding nodig, met name ook om deze eigenschappen in de juiste richting te kunnen ontwikkelen. Het is niet nodig hard op te treden. Hij is zeer stemgevoelig en gevoelig voor stemmingen in huis. Een boos . nee. of foei. zal meer indruk maken dan een ruk aan een slipketting. In alle delen van ons land zijn Kynologenclubs waar gehoorzaamheidscursussen gevolgd kunnen worden of andere takken van hondensport, zoals Gedrag & Gehoorzaamheid, behendigheid, fly-ball, e.d.
De Hollander leert snel en kan daardoor vrij snel tekenen van verveling vertonen. Zorg daarom voor variatie in de oefeningen. De hond vraagt een omgeving waarin wat de beleven valt, zonder dat zal hij niet alert, vrolijk en actief zijn. Lange wandelingen, naast de fiets, met de baas mee in de auto, hij zal alles waarderen en zich tot een fijne kameraad ontwikkelen.
De rasstandaard zegt over het karakter o.a.: aanhankelijk, gehoorzaam, volgzaam, waakzaam, paraat, zeer trouw en betrouwbaar. Ook komen we in de algemene beschrijving de term met intelligente uitdrukking en levendig temperament tegen.
En deze intelligentie mag niet onderschat worden. Wolven leven in roedels met een roedelleider. De overige dieren in de groep hebben ieder hun eigen plaats, de zogenaamde rangorde. Onze Hollander heeft ook nog een sterk gevoel voor leiding en rangorde. Het is niet een hond voor iedereen. Hij heeft een duidelijke leiding nodig. Ontbreekt die leiding dan zal hij zelf het heft in pootjes nemen. Is hem dat kwalijk te nemen? Eigenlijk niet.
Hier komen de eigenschappen weer naar voren die hij bij het vroegere werk nodig had. Er is een verhaal bekend van een Hollander die geheel zelfstandig een kudde, door de boer pas gekochte, lammeren weer thuis bracht. Dan heb je als hond toch wel wat in je mars!
Een rashond is een hond die voldoet aan de rasstandaard. De rasstandaard beschrijft de kenmerken van een ras. Dit gebeurt al sinds 1900. Dankzij de rasstandaard lijken alle honden binnen een ras sterk op elkaar, niet alleen in uiterlijk, maar met name in karakter en gedrag.
De Hollandse Herdershond is één van de negen erkende Nederlandse hondenrassen en behoort tot de authentieke landbouwhuisdierrassen van ons land. Er zijn 300 erkende rassen, de FCI heeft deze rassen verdeeld in groepen. De Hollandse herder behoort tot Rasgroep 1 Herdershonden en Veedrijvers, sectie 1, FCI nummer 223.
De Nederlandse Herdershonden Club, NHC. is in 1898 opgericht en een van de oudste rasverenigingen in ons land. Er worden diverse activiteiten georganiseerd, zoals de jaarlijkse Kampioenschapsclubmatch, nestdagen en lezingen. Er is een Fokkerijadviescommissie (secties Korthaar, Langhaar en Ruwhaar), dek- en geboorteberichten worden gepubliceerd, een clubblad wordt uitgegeven en er zijn kringgroepen waar met de Hollander getraind kan worden (bijv. G & G, Reddingshond, IGP, UV en speuren). In 1998 is het Jubileumboek uitgegeven met veel gegevens over o.a.: de geschiedenis, het karakter en opvoeding van de Hollander.
Secretaris NHC
Tel.: 06 217 00 705
E-mail: secretaris@hollandseherder.nl
Dek- en geboorte berichten:
Tel.: 06 505 40 498
E-mail: dekkingen.en.geboorten@hollandseherder.nl
The Dutch Shepherd comes in three varieties; the short-, long- and roughhaired. It is a medium sized, medium weight dog; the dogs are 57-62 cms high, the bitches 55-60 cms. A dog weighs on average 28 kgs., a bitch on average 23 kgs. The colours vary from silver to gold brindle.
The breed is an old land-breed, of Dutch origins. In times gone by, shepherds and farmers needed a versatile dog. A jack-of-all-trades, with few demands and adapted to the harsh and sparse existence of the time.
From those working dogs the Dutch Shepherd Dog as we know it today, evolved. This also explains the character traits that have been preserved virtually unchanged to the present day.
Al well known dogfancier wrote about the Dutch Shepherd Dog in 1910:”…. bearing a great resemblance to the wolf.” Of course this is not entirely true, but it is another aspect that shows that the Dutchy still has many of the characteristics of its wild forebrears.
The breed standard mentions about disposition” affectionate, obedient, tractable, alert, faithful and reliable. The breed standard also mentions
“intelligent expression and lively temperament”. And this intelligence and temperament should not be underestimated.
Wolves live in packs with a leader. The other animals in the pack each have their own place, their rank. Our Dutch Shepherd Dog has a strong sense of ranking.
It is not a dog for everyone. It needs clear guidance and leadership. If that leadership is not given, the dog will try to take over. The dog cannot be blamed for this and it is even desirable to some extent, since it comes from all of those traits that the true working dog needed.
There is even the legendary story of a Dutch Shepherd Dog who returned an entire herd of lambs to the farmer, after the farmer had sold the lambs and they had been taken elsewhere.
The dog’s character traits mean that it needs to be raised consistently, especially since these traits will need to be guided in the right direction. It is not necessary to treat the dog hard or harshly. It is very sensitive to the tone of your voice and the moods in the home. A strong “no” will mean more to the dog than jerking it’s chain.
In all part of our country there are clubs that provide for obedience training or other branches of sport such as fly-ball and agility. The “Dutchy” learns fast and may therefore quickly display signs of boredom. This means that the training should contain enough variation to keep the dog occupied. The dog needs an environment that is active; without that it will not be alert, happy and active. Long walks, perhaps alongside the pushbike, joining in car trips, it will appreciate all action and thus stimulated and guided it will develop into an enjoyable companion.
The Dutch Shepherd Dog Club was founded in 1898 and is one of the oldest breedclubs of our country.
Several activities are organised throughout the year, such as clubmatches, litter-days, lectures, variety-section meetings etc.
There are three breeding advice committees, a magazine and groups where the Dutch Shepherd Dogs can follow trainingcourses.
In 1998 the Centenary Book “Allemaal Hollanders” (“Dutchies All”) was published with information on history, character and training the Dutchy.
E-mailaddress: secretariaat@hollandseherder.nl
Phone: + 31621700705
Il existe trois variétés de Berger Hollandais:
le poil court, le poil long et le poil dur.
C’est un chien d’une taille et d’un poids moyen. Le mâle 57 à 62 cm, la femelle 55-60 cm. Le poids du mâle est d’environ 28 kg, celui d’une femelle 23 kg. Les couleurs varient du bringé argenté au bringé doré.
C’est une ancienne race qui vivait en campagne, d’origine hollandaise. Au cours des siècles précédents on avait besoin chez les bergers et les paysans d’un chien “à capacités variées”. Un chien peu exigeant et adapté a la vie dure et pauvre de cette époque. De chien s’est développé finalement le Berger Hollandais connu de nos jours. Ceci explique l’origine de son caratère qui n’a guère changé depuis.
Le Berger Hollandais a toujours été peu connu. Pendant sa promenade, plus d’un fier propriétaire d’un chiot aura expliquer à un passant quelle race il tenait en laisse. Très souvente, en voyant un jeune poil long, les enfants peuvent demander :” Est-ce que c’est un loup ou une hyaine?” Un cynologe connu évrivait en 1910 sur le Berger Hollandais: ….. son apparence se rapproche le plus à celle du lloup. Bien sûr, e n’est pas tout à fait vrais, mais il existe te toute facon un autre aspect, qui démontre que le berger Hollandais a encore des indices de son ancêtre sauvage.
A propos de son caractère on peut dire entre-autre: attaché à son maître, obéissant, docile, attentif, prêt, très fidèle et conciencieux. La description de son caratre décrit aussi: avec un air intelligent et un temperament vivant. Et c’est cette intelligence qui ne doit pas être sous-estimée. Les loups vivent en groupe avec un loup Alpha. Les autres loups du groupe ont chacun leur place, la soidisante hiérarchie. Notre berger Hollandais a aussi encore un très grand sens du guyidage et de la hiérarchie.
Ce n’est pas un chien pour tout le monde. Il a besoin d’une main ferme. Si cette fermeté manque, c’est “lui” qui décidera.
Est-ce qu’on peut prendre cela en mauvaise part? En principe, non. On retrouve ici ses qualités don’t il avait besoin autrefois pour ses traveaux. Il existe une histoire sur un berger Hollandais qui a ramené tout seul à la maison le troupeau de moutons que son maître avait vendu auparavant. C’est quand même un effort appréciable pour un chien.
Vu son caratère, il faut une éduacation consequente, surtout pour pouvoir développer outes ses qualités dans une bonne direction.Avec manque d’égards et violence on n’arriveà rien. Il est très sensible à la tonalité de votre voix et aux humeurs des membres de la famille. Un “non” fâché et un “pfui” bien prononcé sera plus efficace qu’un coup sec sur la laisse. Peut-être avez-vous la possibilité de participer à un cours d’éducation ou de l’occuper dans une des catgories des sport canins, comme chien de recherche, Agility, Fly-ball etc. Le berger Hollandais apprend très vite et il s’ennuie si on ne lui offre pas un entraînement très varié. Le chien a besoin d’un entourage qui lui offre beaucoup d’acitivités, autrement il ne sera pas attentif, gai et ectif. Il aappréciera de longues promenades, courir à côté du vélo, et il s’envéra ainsi un tres bon camarade.
Le NHC a été crée en 1898 ett est un des plus anciens club de races des Pays Bas. Le Club organise des activités différentes, comme le clubmatch annuel, des journées de rencontre des portées de l’année précédente, des conférences, une réunion annuelle sur les trois types de la race et des promenades. Le journal du club est publié 10 x par ans avec beaucoup d’images. Pouir chacune des 3 variétés de la race il y a un conceil pour les éleveurs, une commission pour les éleveurs, des informations sur les portées et des groupes régionales où on peut faire de l’entrînement avec son berger Hollandais (p.e. obedience, chien de recherche, IPO, pistage). Entretemps il existe aussi des club du Berger Hollandais en Suisse, Luxembourg, France, Finlande, Norvège, Suède et Autriche.
Adresse e-mail: secretariaat@hollandseherder.nl
Beim Holländischen Schäferhund kann man drei Varietäten unterscheiden:
der Kurz-, Lang- und Rauhaar. Er ist ein mittelgroßer, mittelschwerer Hund; die Widerristhöhe für Rüden beträgt 57-62 cm und für Hündinnen 55-60 cm .
Das Gewicht eines Rüden ist etwa 28 kg und einer Hündin etwa 23 kg. Die Farben variieren von silber- bis goldgestromt.
Es ist eine alte Landrasse, von holländischem Ursprung. In früheren Jahrhunderten brauchte man auf dem Lande, bei den Hirten und den Bauern, einen vielseitigen Hund. Ein Mädchen für Alles, das wenig forderte und dem rauen und kargen Leben jener Zeit angepasst war. Aus dem damaligen Hunde ist schließlich der Holländische Schäferhund entstanden, wie wir ihn jetzt kennen. Dieser Hintergrund erklärt den Ursprung der Charaktereigenschaften, die bis heute fast unverändert geblieben sind.
Der Holländische Schäferhund war früher und auch heute recht unbekannt. Manch ein stolzer Besitzer, der seinen Welpen spazieren führt, wird einem zufälligen Passanten erklären müssen, welche Rasse er an der Leine führt. Besonders bei einem jungen Langhaar, können Kinder ganz unschuldig fragen: „Ist das ein Wolf oder eine Hyäne?” Ein bekannter Kynologe schrieb schon im Jahre 1910 über den Holländischen Schäferhund: „…am meisten in Erscheinung dem Wolf nahekommend”. Das stimmt natürlich nicht ganz, aber es gibt sowieso einen anderen Aspekt, der zeigt, dass der Holländer sicherlich noch Merkmale von seinem wilden Ahnen hat.
Der Rassenstandard sagt über das Wesen u.a.:
anhänglich, gehorsam, folgsam, wachsam, parat, sehr treu und zuverlässig. Auch erwähnt die allgemeine Beschreibung die Aussage „mit intelligentem Ausdruck und lebendigem Temperament”. Und diese Intelligenz darf nicht unterschätzt werden.
Wölfe leben im Rudel mit einem Leitwolf. Die übrigen Tiere in der Gruppe haben jeder ihren eigenen Platz, die sogenannte Rangordnung. Unser Holländer hat auch noch ein starkes Gefühl für Führung und Rangordnung.
Er ist kein Hund für jedermann. Er braucht eine deutliche Führung. Fehlt diese Führung, so wird er selbst das Heft in die „Pfoten” nehmen. Kann man ihm das übelnehmen? Eigentlich nicht. Hier trifft man wieder die Eigenschaften, die er bei seiner früheren Arbeit brauchte. Es gibt eine Geschichte von einem Holländer, der völlig selbstständig eine Herde Lämmer, die der Bauer gerade verkauft hatte, wieder zurück nach Hause brachte. Das ist doch für einen Hund wirklich eine imponierende Leistung !
Durch seine Charaktereigenschaften braucht er eine konsequente Erziehung, vor allem auch um diese Eigenschaften in die richtige Richtung entwickeln zu können.
Mit Rücksichtslosigkeit und Gewalt erreicht man nichts. Er ist sehr empfindlich für Ihre Stimme und Stimmungen zu Hause. Ein böses „nein” oder „pfui” wird mehr Eindruck machen als ein Ruck an der Leine.
Möglicherweise haben Sie Gelegenheit sich mit ihm an einem Erziehungskurs zu beteiligen oder ihn bei einer anderen Art von Hundesport einzusetzen, wie Suchhund, Agility, Fly-ball usw. Der Holländer lernt schnell und es wird ihm während der Übungen schnell langweilig. Machen Sie deshalb das Training abwechslungsreich.
Der Hund braucht eine Umgebung, in der er etwas erleben kann, sonst wird er nicht aufmerksam, fröhlich und aktiv sein. Lange Spaziergänge, laufen neben dem Fahrrad, mit dem Chef im Auto mitfahren, er wird alles genießen und sich zu einem feinen Kameraden entwickeln.
Der N.H.C. ist 1898 gegründet worden und ist einer der ältesten Rassenvereine in Holland.
Der Verein veranstaltet verschiedene Aktivitäten wie das jährliche Clubmatch , den Würfetag, Vorträge, eine jährliche Varietätssitzung und Spaziergänge; das Klubheft erscheint 10 Mal pro Jahr und ist mit vielen Bildern versehen. Auch gibt es eine Zusammenfassung in der deutschen Sprache. Der N.H.C. hat 3 Zuchtberatungsausschüsse, eine Zuchtkommis-sion, Welpeninformation und Ortsgruppen, wo man mit seinem Holländischen Schäferhund trainieren kann (z.B. Unterordnung, Sanitätshund, IPO, Spuren).
Inzwischen gibt es auch holländische Schäferhundevereine in der Schweiz, Luxemburg, Frankreich, Finnland, Norwegen und Schweden.
Tel. +31 (0)621700705
Email: secretariaat@hollandseherder.nl
Übersetzung von J.L.Gersjes