Bij Agility/Behendigheid gaat het erom dat de hond een parcours bestaande uit verschillende hindernissen in een bepaalde volgorde foutloos en zo snel mogelijk aflegt. Plezier voor baas en hond staat hierbij voorop. De handler mag de hond tijdens het lopen van het parcours met de stem en door gebaren aanwijzingen geven. Hij mag de hond of de hindernissen echter niet aanraken. De hond moet dus heel goed leren om op commando’s en lichaamssignalen snel en op de juiste manier te reageren.
Zowel de hond als de handler moeten zich bij deze sport lichamelijk inspannen, maar als je zelf niet zo hard kan rennen kan je je hond bijvoorbeeld wel leren om op afstand van je te werken.
De parcoursen die afgelegd moeten worden zijn iedere keer anders, de toestellen zijn bekend maar de volgorde niet. Dat maakt het aan de ene kant lastig, aan de andere kant blijft het daardoor natuurlijk juist heel afwisselend en uitdagend.
Vanaf de zijkant van het veld is Agility vooral spectaculair en lijkt het zeer eenvoudig. Een gevorderde combinatie te zien lopen is zeker spectaculair, maar daar gaan heel wat trainingsuren aan vooraf.
Agility is een snel groeiende hondensport. Inmiddels kan je bijna bij iedere kynologenvereniging of hondenschool Agilitylessen volgen op verschillende niveaus van beginner tot wedstrijdloper of recreant.
Aanvullende informatie
Bij de meeste hondenscholen moet de hond minimaal 1 jaar zijn en een gehoorzaamheidscursus afgerond hebben voordat je kan starten met Agility. Op een aantal locaties kan al eerder gestart worden met pre-Agility. Dan wordt er vast aandacht besteed aan balans, coördinatie en spieropbouw van de hond zonder dat dit te belastend is voor de jonge hond.
Vanaf 1,5 jaar mogen honden meedoen aan wedstijden, in de praktijk zal een Hollander echter niet snel op het gewenste niveau zitten op die leeftijd.
Door het hele land worden regelmatig wedstrijden georganiseerd, zowel door de Raad van Beheer als door de FHN (Federatie Hondensport Nederland). Wedstrijden zijn er op 3 niveaus en de honden lopen op basis van schofthoogte in verschillende hoogteklassen. De Hollander zal altijd bij de grote honden zitten (large). Hieronder een link naar de Stichting Agility Club waar je alle informatie voor beginners tot zeer ervaren wedstrijdlopers kan vinden.
Op het moment train ik zowel met Guusje als met Cato 2x per week. Daarnaast volg ik zeer regelmatig seminars en extra trainingen en loop ik bijna ieder weekend wedstrijden met Guusje. Hoewel Guusje zoals eerder aangegeven heel snel en behendig is, heb ik niet de illusie dat ik ooit Nederlands kampioen ofzo zal worden. Er zijn altijd snellere rassen zoals Border Collies met fittere en jongere handlers die er nog meer tijd in kunnen steken dan ik. Wel is het ongelofelijk leuk om een keer tegen andere Hollanders te lopen zoals bijvoorbeeld bij het Wereldkampioenschap van de WDSF.
Met Cato ga ik in de toekomst ook wedstrijden lopen maar op het moment ligt mijn focus meer bij mama Guusje.
De Hollandse Herder is als echte allrounder zeker een geschikt ras voor deze sport. Helaas lopen er niet zoveel Hollanders wedstrijden waardoor trainers het ras vaak niet kennen. Binnen de Hollanderlijnen zitten ook nog wel flink wat verschillen waardoor je echt moet zoeken wat het beste werkt voor je hond. Vaak zie je mensen bepaalde oefeningen eindeloos herhalen om te conditioneren, dat heeft bij geen van mijn Hollanders ooit gewerkt. Ze worden daar onzeker van, denken dat ze iets niet goed doen en gaan vervolgens alles doen om het toch goed te doen behalve het goede. Fysiek zou elke gezonde Hollander na een goede opbouw in staat moeten zijn om deze sport te beoefenen. Wel merk ik dat het, zeker nu het niveau en de snelheid in de sport omhoog gaan, fijn is als je Hollander niet al te groot is. Waar mijn (forse) reuen echt flink moesten bukken in de tunnels gaan mijn (kleine) teefjes daar bijvoorbeeld veel makkelijker doorheen.
Deze sport is heel afwisselend, geen training of wedstrijd is hetzelfde. Doordat je het echt samen moet doen bouw je een bijzondere band op met je hond. Alle spieren van de hond worden getraind en je hond wordt zelfbewuster. De hond moet zelfstandig opdrachten uitvoeren en traint daarmee zijn geheugen en concentratie. De onderlinge contacten van de honden tijdens de training en de eventuele wedstrijden bevorderen het sociale gedrag en daardoor worden de honden ook in het dagelijkse leven prettiger in de omgang.
Maar het is vooral gewoon heel erg leuk om te doen.
Ik ben Marleen van der Valk, woon in Den Haag en ik heb momenteel 2 kortharige Hollandse Herder teven. Mijn eerste hond Bas (Onyx v.d. ’s-Gravenschans) kwam in 2009 nadat ik op slag verliefd geworden was op het ras. Met Bas ben ik begonnen met gehoorzaamheid training bij een kynologenclub, toen hij ongeveer 2 jaar oud was ben ik er daar 1x per week Agility bij gaan doen. Dat spelletje beviel ons zo goed samen dat ik ons maar eens heb ingeschreven voor een wedstrijd. In zijn eerste twee wedstrijden liep Bas alles foutloos waardoor we direct promoveerden naar een hogere klasse. Dat smaakte naar meer, ik ben toen gestopt met gehoorzaamheid en gestart met twee tot drie keer per week Agility (gelijk dus een waarschuwing, deze sport kan ernstig verslavend zijn.
Met Bas liep ik al snel op het hoogste niveau, hij liep bijna altijd foutloos maar nooit heel erg snel. Toen ik een foto voorbij zag komen van Hendrik met Frasnay’s Flair ter herplaatsing kon ik de verleiding niet weerstaan en ben ik hem gaan ophalen. Met Hendrik trainen was een andere uitdaging. Hij wilde heel graag werken maar de afleiding van veel andere honden en ook loopse teven op wedstrijden is altijd moeilijk voor hem gebleven. Toch ben ik ook met hem probleemloos en snel in de 3e graad (hoogste niveau) gekomen.
Zoals hierboven al aangegeven is Agility een snel groeiende sport waardoor ook het niveau heel snel omhoog gaat. De parcoursen worden niet alleen moeilijker, ook de snelheid moet steeds verder omhoog om binnen de gestelde tijd te blijven. Dat betekende voor mij de hoogste tijd voor Hollander nummer 3. Esenivery Brindle Guusje is mijn eerste echte racemonster, wat gaat ze hard, wat is ze behendig en wat springt zet soepel. Maar wat ben ik traag, ik voel me weer een absolute beginner en wat gaat het gelijk mis als ik ook maar met een pink verkeerd wijs hahaha.
Met Guusje die nu ruim 4,5 jaar is, loop ik nog steeds in de 1e graad. We hebben al wel 3 van de 5 foutloze rondjes die nodig zijn om te promoveren maar die komen niet aanwaaien zeg maar. Hoewel dit veruit mijn beste Agilityhond is tot nu, wordt de sport daardoor dus niet makkelijker, integendeel. En dat is nu ook precies wat zo leuk is aan deze sport, geen training is hetzelfde, geen wedstrijd is hetzelfde en geen combinatie is hetzelfde. Afhankelijk van het team dat je vormt met je hond zal je daarom andere doelen stellen. Waar ik met Bas en Hendrik heel stabiel foutloos rond kon lopen en zo competitiepunten kon scoren lukt me dat met Guusje niet. De regels zijn veranderd maar ik kom zelden foutloos rond….., maar als dat wel lukt, is dat ook zo snel dat dat een 1e plek oplevert.
Guusje heeft toen ze 3 jaar was in “co-own” een nestje gekregen. Ik kon daar 1 teefje niet van laten gaan waardoor 1,5 jaar geleden Hollander nummer 4, Esenivery Cato in mijn roedel is gekomen. Helaas heb ik afgelopen jaar van zowel Bas als Hendrik afscheid moeten nemen waardoor ik nu alleen Guusje en Cato nog heb.